Santiago Calatrava Valls (Valencia, 28 juli 1951) is een Spaanse architect die afstudeerde aan het Instituut voor architectuur in Valencia (1974) en als ingenieur aan het Instituut voor Technologie in Zürich (1981). In datzelfde jaar vestigde hij zijn eerste kantoor in Zürich. In 1989 opende hij een kantoor in Parijs, in 1991 in Valencia en in 2004 in New York. Door de combinatie van constructieleer en architectuur kan Calatrava in beide richtingen gemakkelijk zijn weg vinden. Hij creëert veel vernieuwende werken met oog voor zowel de vormgeving als de structuur. Aan de andere kant krijgt hij veel kritiek wegens ontsporende budgetten en bouwtermijnen alsook een lage functionaliteit en lage klantentevredenheid. In 1979 won hij de Auguste Perret Award omdat hij de kwaliteit van Perrets werk op het gebied van structuren opnieuw leven inblies, en omdat hij opnieuw de nadruk legde op het belang van het hebben van een basisstructuur om een uiteindelijke vorm te creëren. Kritiek. De projecten van Calatrava zijn ook controversieel, hoofdzakelijk om vier redenen: de hoge budgetten (die doorgaans op hun beurt nog eens ver drie- of verviervoudigen tijdens de bouw), de hoge onderhoudskosten, de gelijkenissen tussen zijn projecten en de structurele en functionele gebreken. Voorbeelden zijn legio: De glazen tegels van de voetgangersbrug Zubizuri in Bilbao breken met de regelmaat van de klok (600 in 10 jaar, met een kostenpost van 300.000 euro voor de gemeente) en worden glad bij regenweer. De luchthaven van Bilbao beschikt over een niet overdekte wachtruimte, wat met het plaatselijke regenachtige weer een probleem betekent. Ook in Spanje kostte het Paleis der Kunsten in Valencia meer dan vier keer het initieel gebudgetteerde bedrag van 100 miljoen euro. In hetzelfde Valencia kostte de 'Stad der Kunsten en Wetenschap' 1,3 miljard euro. Momenteel ligt Calatrava in ruzie met de regering van de regio Valencia: er is gebleken dat er verschillende en ernstige structurele gebreken zijn aan het Paleis der Kunsten. Calatrava werd in 1996 verkozen voor de constructie van een brug over de Canal Grande van Venetië. Tijdens de bouw werden verscheidene structurele veranderingen doorgevoerd wegens de mechanische instabiliteit en het overgewicht van de brug, waardoor de oevers van het kanaal konden inzakken. Dit project werd in 10 jaar tijd 8 maal doorgelicht door verschillende auditbureaus en de kostprijs van het project viel driemaal hoger uit dan de oorspronkelijk gebudgetteerde prijs. In 2008 werd de brug uiteindelijk afgewerkt, maar besloot de burgemeester deze niet feestelijk in te wijden wegens de vele polemieken rond het bouwwerk. Momenteel wordt Calatrava door het Italiaanse Rekenhof aangeklaagd wegens het toebrengen van "schade" aan de openbare schatkist. De kosten aan de brug voor het onderhoud zijn zo disproportioneel dat het Rekenhof spreekt van een structurele en chronische disfunctie van de brug. De algemene kritiek op het werk van Calatrava werd in 2009 weergegeven in de Amerikaanse krant The New York Times, in een artikel over zijn project voor het vervoersknooppunt op Ground Zero. De krant schreef over de "opvallende discrepantie tussen de extravagantie van de architectuur en de bescheiden functie ervan".Na 4 jaar kwam dezelfde krant in 2013 tot de conclusie dat het project al dubbel zoveel heeft gekost, na 6 jaar vertraging nog niet af is en vele structurele en functionele problemen kent. Het station Luik-Guillemins kreeg dezelfde kritieken wegens ontsporende budgetten en het "megalomane karakter" van zijn bouwwerken. Ook in Spanje kreeg hij reeds vele kritiek om dezelfde redenen. Ten laatste krijgt hij ook de kritiek fiscale 'constructies' op te zetten: zijn bedrijf opereert vanuit Zwitserland waardoor het belastingvrij kan opereren in de landen waar de bouwwerken worden gerealiseerd.